zondag 18 november 2012

Tassie 2: Cradle Mountain NP en verder


 Zo lig je 's middags nog heerlijk tot aan het avondzonnetje te genieten van het mooie weer op het strand en zie je de kinderen vrolijk in en uit het water springen en zo probeer je ze de volgende avond met man en macht warm te houden bij temperaturen tegen het vriespunt aan in de camper. Het kan verkeren. 12 november keren we de camper naar het westen en verlaten we de kust om het binnenland in te trekken. Na een lange maar heel mooie rit dwars door wat ontgonnen en vooral heel veel onontgonnen land, komen we aan in Cradle Mountain National Park. Het regent, het is een graad of vijf boven nul en we krijgen te horen dat er geen "powered"-site meer is zodat we geen verwarming in de camper hebben vannacht... Toch is er maar een iets wat onze kinderen écht verlangen en dat is het beloofde ijsje na een dagje rijden. Met handschoenen aan likken Julie, Rein en Hidde glimlachend hun verwennerij naar binnen. Wij houden het erop dat het op z'n minst goed is voor eventuele toekomstige zere kelen die kunnen gaan ontstaan. Niet helemaal ongegrond want Marjolein loopt al een paar dagen flink te snotteren en ook de neusjes van Hidde en Julie lopen de hele dag door. Met alle kleren aan die nog een beetje acceptabel schoon zijn en onder twee slaapzakken valt iedereen vroeg in slaap.

De volgende ochtend is veelbelovend: én er is een plekje vrijgekomen met stroom voor vanavond én het zonnetje piept tussen de wolken door. We trekken onze bergschoenen aan en gaan op pad voor een prachtige gevarieerde wandeling door een klein gedeelte van het nationale park. We kiezen een klim en klauterroute uit en op een gegeven moment hangen we gevieren (Hidde zit tot zijn grote spijt in de rugzak) aan kabels om onder andere op deze manier de 400 meter hoogteverschil te overbruggen naar een uitzichtpunt dat over een groot deel van het park uitkijkt.
Op de terugweg worden we getrakteerd op een viertal wombats die daar rustig aan het grazen zijn. De tocht komt met stip binnen in de top drie van wandelingen tot nu toe. Na dik negen kilometer is iedereen rozig van de vermoeidheid en het kopje koffie met lekkers smaakt uitstekend.









 

14 november trekken we verder naar het westen om in Strahan aan te komen. Volgens de gids "een van de mooiste en liefelijkste dorpjes van Tasmanië", volgens ons vooral een groepje huizen rond een grote baai waar dure tickets voor boottochten, vliegtochten e.d. verkocht worden. De lunch is er echter voortreffelijk en de dame van de plaatselijke VVV wijst ons op een supercamping op een landtong aan het strand. De temperatuur is hier aan de kust een stuk gematigder en de marshmellows kunnen weer aan de stok worden geregen. 's Nachts verandert het weer en valt de regen weer met bakken uit de hemel. We merken voor de tweede keer dat ook deze camper niet vlekkeloos is want op een drietal plaatsen komt de regen naar binnenzetten, onder andere bij het raampje van Rein. Gelukkig ligt hij op dat moment al lekker naast mama ("Ik kan niet slapen van de regen, papa")...

In de ochtend is het een beetje opgeklaard, maar de donkere wolken dreigen en volgens het weerbericht in de krant blijft het de komende dagen erg wisselvallig. Heel af en toe bekruipt ons de angst dat we het goede weer van de trip opgesoupeerd hebben in de eerste helft... Aan de andere kant krijgen we wel ontzag voor de pioniers die hier zo'n 150 jaar geleden naartoe reisden om hier ver van huis en haard een nieuw bestaan op te bouwen. Vergeleken met hen valt het avontuur van onze tocht toch behoorlijk in het niet. We hebben het er regelmatig over of het alleen een verschil van perspectief is of dat er gewoon meer pioniersgeest aanwezig was bij die mensen... Overigens rakel je met die gedachte ook meteen een andere geschiedenis op van de mensen die daarvoor het land hier bevolkten. Opmerkelijk hoe weinig van de Aboriginalcultuur je meekrijgt hier. Er zijn natuurlijk hier en daar wel wat "cultural heritage" walks en sites, zoals het zo mooi politiek correct wordt genoemd, maar je ziet ze hier niet of nauwelijks. Dat kan ook niet want hier in Tasmanië zijn de acht tot tienduizend oorspronkelijke bewoners letterlijk allemaal over de kling gejaagd op een 100-tal na die naar Flinders Island zo'n 100 kilometer buitengaats zijn gedeporteerd.

De rit van Strahan naar onze volgende bestemming Lake Saint Claire loopt door de woestenij van Franklin-Gordon Wild River National Parc. Op gezette tijden stappen we even uit de auto en lopen, de regen trotserend, wat kleine wandelingen om een beeld te krijgen van de ontoegankelijkheid van het binnenland van Tasmanië en de Franklin River. Regenjassen en -broeken komen de hele dag goed van pas. De camping 's avonds heeft een groot en vooral heerlijk warm restaurant en zelfs Hidde is te porren tot het maken van een "werkje" als hij daarna pasta mag eten in het "restaurantje". Rein steelt de show door in z'n beste Engels te vragen of de ober het kaarsje op tafel aan wil doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten