dinsdag 30 oktober 2012

The Alpines


21 oktober rijden we een prachtige tocht. Eerst slingeren we bij Thredbo over de pas met de illustere naam: Dead horse gap. Haarspeld na haarspeld stijgen we eerst naar 1800 om daarna weer af te zakken naar 800. Met ons vehikel halen we net een gemiddelde van 35 kilometer per uur. Het geeft ons wel de kans om uitgebreid van de uitzichten en het wildlife te genieten. Op een gegeven moment zien we een hele kudde kangaroes bij elkaar, grazend, op het gemak in de zon liggend, vergezeld door een familie emoes. Zelfs Julie en Rein laten er hun I-pod even voor liggen. Beneden draaien we de Murray Valley Highway op die meandert door heuvelachtig landschap waar voornamelijk Angus koeien aan het grazen zijn. Bij de boerderijen die we passeren, merk je echt dat het hier lente is: de jacaranda staat gezusterlijk naast de forsythia in bloei. Kers op de taart is een gratis camping halverwege de dag met prachtig uitzicht op een riviertje op de voorgrond en daarachter wat glooiende heuvels. Al snel knettert er een kampvuurtje. Later op de avond, als we nakeuvelen, maakt de eerste wombat ook nog zijn opwachting. De dag is rond...

De volgende ochtend op tijd op pad met als voornemen in de buurt van Mount Buffalo kwartier te maken en een paar dagen te gaan wandelen. Geheel volgens plan komen we tegen elven op de camping aan die op twee andere tenten na uitgestorven is. Er blijkt echter van daaruit maar weinig te wandelen. Snel plannen bijstellen en terwijl Rein en Hidde een nat pak halen in het plaatselijke riviertje, maar zich opperbest vermaken en Julie ijverig aan een werkje werkt, genieten we van een extra dagje rust. De poging in de namiddag om nog even de benen te strekken, mag geen naam hebben en om vier uur zitten we gezellig om ons kampvuurtje. Het was een mooie dag!

We kunnen Mount Buffalo echter niet zomaar aan ons voorbij laten gaan, daarvoor zijn de boekjes te lovend. In het dorpje verderop vinden we wel de nodige informatie en we maken net onder de top een fikse tocht. Julie en Rein voorop goed gecoacht door Marjolein, want de paadjes zijn smal en de hellingen stijl. De vergezichten zijn inderdaad prachtig met als hoogtepunten een ondergrondse rivier, lake catani en een monoliet vanwaar we mijlenver om ons heen kunnen kijken. De plaatselijke camping gaat pas volgende week open dus eenmaal terug moeten we nog even de auto in, om uiteindelijk in Mount Beauty, in het midden van de Australische Alpen, een plekje te vinden op de camping.

24 oktober gaat ons nomadenbestaan verder. In de ochtend wandelen we in Mount Beauty en dan trekken we de hoogte weer in. Een prachtige tocht over de Alpine Highway -onze eigenlijk beoogde route is nog afgesloten- brengt ons boven de boomgrens naar het grootste skigebied van Australie: Hotham Heights. Maar een uitgestorven skigebied  is ook maar een uitgestorven skigebied: weinig tot niks te beleven. De camping een twintigtal kilometer verderop is er dan weer een uit duizenden: aan een riviertje, met uitzicht op de bergen, met kampvuurgelegenheid én met ons als enige gasten. Het feit dat het dan ook nog eens gratis is valt eigenlijk bijna in het niets. De jongens rennen de auto uit om hun nieuwe tijdverdrijf uit te oefenen in het snelstromend riviertje: een botenrace (je gooit elk een takje in het water en kijkt wie er het verst komt zonder vast te komen). Marjolein en Geert steken het kampvuurtje aan en de worstjes smaken een uurtje later heerlijk. 

Je hebt elke vakantie wel ergens een dag die je kan typeren als een overgangsetappe in de Tour de France (een gewaagde vergelijking, ik weet het, Armstrong was zelfs op het lokale nieuws hier). Van die dagen die op zichzelf weinig tot niks te bieden hebben, maar die wel noodzakelijk zijn om van het ene moois naar het andere te rijden. Vandaag is er een. Dik 400 km uit de Alpen naar de zee. Het enige spannende waren de vele motorrijders die ons passeerden richting Phillip Island waar dit weekend de MotoGP van Australië verreden wordt en onze gammele camper die weer een van zijn pluimen laat: halverwege de dag schrikken we ons een hoedje als de klep van de gastank door een windvlaag gegrepen wordt en loskleppert. Ducktape is ook hier verkrijgbaar en onder het mom: over twee weken moeten we de zaken toch inleveren, tapen we alles wat los zit vast en hopen we op het beste. Eindstation Wilsons Promontory National Park verwelkomt ons met regen en erg veel wind. Laten we hopen dat het beter wordt de komende dagen.  

2 opmerkingen:

  1. Wat een leuke verhalen; geeft een mooi beeld van jullie reis en belevenissen. Neem wat emoes, kangaroes of Angus koeien mee voor op de (voormalige) sportvelden hier ;-) Dan mogen ze nog even wachten met het bouwen van huizen...
    Hoewel, er ligt een mooi plan voor het oostelijk deel en we hadden een goede bewonersbijeenkomst.

    Jullie veel plezier op de verdere reis.
    Groeten uit de Warinenpoort, ook van Anne Mieke,
    Gerard

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik lees af en toe ook wat van jullie. Blij dat jullie een goed oogje in het zeil houden!!

      Verwijderen