Hidde is al helemaal gewend aan het vliegen. Eigenlijk gaat
er geen dag voorbij zonder vraag: "Papa, gaan we naar vliegtuig?" Het
opstijgen vindt hij geweldig; hij kon zijn lol niet op richting Cairns...
Woensdag 12 september halen we onze camper op: een
omgebouwde Vito zal ons de komende acht weken onderdak verschaffen. We nemen
meteen de route naar het noorden richting Cape Tribulation en rijden al snel
tussen de suikerriet velden. Ons stekje voor de komende drie nachten is Noah
Beach in Daintree National park ("where the rain forest meets the
reef"). Tussen zonnestralen door hebben we ook de eerste regendruppels te
pakken. We staan op en heel kleine camping met 15 plaatsen en om de toon voor
de rest van de vakantie alvast te zetten: met als enige faciliteit het
zogenaamde "gat in de grond". Maar midden in het regenwoud op 20
meter van een hagelwit strand. De eerste nacht horen we van alles en zien
letterlijk geen hand voor ogen... Even wennen.
Het verschil met de steppe van een aantal dagen geleden had
niet groter kunnen zijn. Hier is alles dicht begroeid en prachtig groen,
oerwoud zoals je je oerwoud voorstelt: hoge bomen, veel lianen en allerlei
soorten planten die op elkaar en over elkaar heen groeien. Ertussendoor zijn
mooie wandelpaden aangelegd waar we uitgebreid gebruik van maken. Ook het
mangrove bos is erg indrukwekkend met z'n aparte vegetatie.
Volgens Rein ziet
de wirwar van wortels eruit als een gevangenis en ergens heeft hij wel gelijk.
We spotten in het wild een Dragon en
Geert pikt de staart van een varaan mee. Het vakantiegevoel krijgt opnieuw een
hoogtepunt als we 's avonds na het eten nog even het strand op lopen met z'n
vijven: ieder zijn zaklampje, hier en daar een kampvuurtje en een machtige
sterrenhemel. Julie en Rein voorop om het spoor uit te zetten en Hidde tussen
Mama en Papa in, vrolijk kletsend over wat er die dag is gebeurd. Enige
minpuntje is dat de zee niet veilig is om in te zwemmen. Het ijsje van de dag maakt
veel goed... Overigens ook een raar gevoel om toch een beetje van de wereld
afgesloten te zijn: drie dagen geen ontvangst van mobiele telefoon, maakt eerst
ietwat onrustig, maar daarna ook wel een gevoel van berusting: de wereld gaat
door. Overigens hebben we de krant nog niet gemist de afgelopen weken. De
wereld gaat inderdaad door...
Na drie dagen rijden we via Cairns naar het zuiden. Het is
een lange dag want vanwege technische mankementen moeten we onze camper
inruilen. Geen sinecure als je weet dat alles net een vast plekje had gekregen
van Marjolein en de organisatie dus weer om moest. Gelukkig heeft ze
ervaring... Julie en Rein waren even bang dat ze hun vaste stekkie boven de
bestuurderscabine moesten opgeven, maar we kunnen ze snel geruststellen en als
Hidde een nieuwe garage voor zijn autootjes heeft ontdekt, is ook hij gelukkig.
Het kost wel tijd en blijkbaar ook de nodige energie want Marjolein en ik
hebben een ideale camping op het oog maar als ik op een gegeven moment stop om
te vragen waarom we de afslag niet kunnen vinden, blijkt de camping op een
geheel andere plek te liggen als bedacht. De dichtstbijzijnde camping heeft een
warme douche en is dus prima... We zijn in Yungaburra op de Tablelands net ten zuidwesten van Cairns,
een hoogvlakte op zo'n 1000 meter boven de zeespiegel. Het tropisch woud is er
even weelderig, maar 's avonds is het een heel stuk koeler. Voor het eerst in
vijf weken zitten we met een trui aan buiten ons boekje (lees e-reader) te
lezen. De nachten blijven echter even donker (nieuwe maan) en de sterrenhemels
om je vingers bij af te likken. We besluiten een dagje langer te blijven, maar
de camping is volgeboekt, soms moet het zijn zoals het is want nog geen tien
kilometer verder vinden we een schattig klein campinkje van alle gemakken
voorzien. We wandelen ruim 8 kilometer om de twee kratermeren daar (Lake Eacham
en Lake Barrine), zien een schildpad in Lake Eacham zwemmen en nemen een plons
in het ijskoude kratermeer; Rein en Julie (en wij) gaan 's avonds moe en
voldaan naar bed!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten