zaterdag 29 september 2012

Whitsunday Islands - een stukje paradijs op aarde


20 september komen we aan in Arlie Beach: de uitvalsbasis voor alle excursies richting Whitsunday Islands. Van elke Australiëganger voor ons hebben we begrepen dat dit stukje paradijs op aarde een "must-see" is en met de Rough Guide en Cool Camping Australia in de hand lopen we een boekingsbureautje binnen. Een beetje met een benauwd hart want de afgelopen dagen zijn we meermaals gewaarschuwd dat het vakantie is in Queensland en dat het moeilijk zal worden om een plekje te vinden. 
Een alleraardigste dame denkt echter met ons mee en na een half uurtje hebben we een kampeervergunning voor drie nachten in de hand op een van de meest begeerde plaatsjes van de eilanden: Whitehaven beach (een naam die zichzelf de komende dagen volledig waar zal maken...). Rein zorgt nog even voor een kleine paniekaanval als hij op een gegeven moment het huisdier van de dame wakker maakt uit zijn winterslaap. Achter een van de postkaarten die Rein aan het uitzoeken is, zit namelijk een heuse kikker. Na enkele seconden blijkt de kikker inderdaad echt te zijn en zet Rein het op een gillen, Marjolein kan de kikker nog net overnemen en overdragen aan de dame  van het bureau die nog "Watch out, he's alive!" uitroept, wordt de kikker snel op de printer gezet waarna iedereen een beetje van de schrik kan bekomen. Nog even proviant inslaan voor de komende dagen want buiten ons zal er nog een tentje of acht op het eilandje staan, maar verder zal er niks of niemand in de buurt zijn...
De volgende dag melden we ons bij de haven waar onze "Scamper" net aanmeert om ons mee te nemen naar ons "onbewoond eiland". We krijgen een on-top kayak mee -'better for you; your kids will love it and they can paddle a bit around'- en 80 liter water (want drinkwater is er niet). Na een korte pitstop "No worries, it's just a fuse" zijn we op weg. Anderhalf uur later worden we afgezet samen met een andere familie met twee jonge kinderen en een vijftal Duitse tieners en met een kort "See you in three days" vertrek de Scamper terug naar de haven.
We confisceren snel het mooiste plekje van de camping en een half uurtje later maken Julie, Rein en Hidde hun eerste zandkasteeltje terwijl wij genieten van een adembenemend uitzicht: zon in een blauwe hemel, een nagenoeg verlaten hagelwit zandstrand (de laatste dagjestoeristen worden net weer in de boten geladen) en een azuurblauwe zee... Het wordt hier goed toeven de komende dagen.





Na een ietwat bewogen nacht (de yogamatjes zijn wel erg hard en slapen in een tent is toch weer net iets anders voor Julie en Rein dan in een camper en niet te vergeten Hidde die behoorlijk misbruik maakt van zijn privilege dat hij bij Mama en Papa in de tent mocht slapen) trekken we de volgende morgen de kam over naar Chance Bay, een verlaten strandje aan de andere kant van het eilandje.





De snorkels, schepjes en emmertjes gaan in de tas mee. We genieten de hele dag van moois op het strand en net onder water... heerlijk en veel mooi koraal en vissen in alle soorten en maten.
Marjolein staat zelfs oog in oog met een stingray - blij dat die een afslag nam.








overzee naar de Hill Inlet, met G&M er ook nog in...
Dag twee op het eiland staat in het teken van de grote odyssee. Aan de andere kant van het strand (zo'n acht kilometer verderop) staat bekend om zijn wereldberoemde Hill Inlet: dé stek om veelkleurige foto's te maken van Whitehavens zanderige baai. Dat kan je natuurlijk heen en terug te voet doen, maar wij gaan kayakend over zee. 's Morgens vroeg op pad want dan zijn de wind en het tij gunstig. Marjolein en Geert met de peddels in de hand en de kids ertussenin - 'ken net' zullen we maar zeggen.



















Ook al is afstand schatten erg verraderlijk op het water en kost het behoorlijk wat inspanning... het is iedere "haal" waard. We zien zes waterschildpadden voorbij zwemmen en de view op de baai is prachtig. Een nieuw hoogtepunt! Na een woelige terugtocht (de wind is behoorlijk aangewakkerd, maar waait gelukkig de goede kant uit) ontdekken we dat er vlak voor onze camping ook prachtig koraal en vele vissen te vinden zijn.
Mooie sprookjes duren altijd te kort en op dag drie moeten we ons weer klaar maken voor de terugtocht. Wel hebben wij en de kinderen ondertussen contact gelegd met de buren: een Australische familie die voor tien maanden onderweg zijn in eigen land met twee kinderen van 4 en 3. Natuurlijk vragen we wat insight information en we krijgen een heel lijstje mee met tips. Het is overigens niet de eerste familie die we tegen komen. Trekken (met of zonder kinderen) zit heel wat Australiërs ook in het bloed.


Eenmaal terug op het vaste land (Geert ziet op de terugweg nog een verdwaalde Humback whale in de verte) trekken we verder naar het zuiden. Omdat het vakantie is in Queensland moeten we ons eerste idee om meteen naar Fraser Island door te rijden iets aanpassen en we besluiten om we de zee even te laten voor wat ze is en een beetje het binnenland in te trekken. We komen uit in Blackdown Tablelands National Parc. Een heerlijke rustige natuurcamping met een stuk of vijf andere gatsen en alle ruimte voor ons zelf op een plateau zo'n 800 meter boven het omringende landschap. We blijven drie nachtjes staan, doen alles erg op ons gemak, maken een paar mooie wandelingen, zwemmen in een ijskoude waterval en genieten 's avonds van een knapperend kampvuurtje, het eerste van deze vakantie. Na de geroosterde worstjes komen de Marshmallows tevoorschijn en terwijl we de familieklassieker "'s Avonds als het kampvuur brandt" te berde brengen, valt de nacht... Het voelt heel goed! We lijken onze tred gevonden te hebben.


 

De juiste tred vinden


Getting the right pace misschien te vertalen als de juiste tred vinden, is de opgave van de komende weken. We weten dat we 6 november in Melbourne moeten zijn en dat er veel te zien valt tussen hier en daar. Keuzes maken is het logische gevolg. Maar waar te beginnen? De afgelopen dagen hebben we elke nacht op een andere camping gestaan en veel moois gezien, maar het vermoeit ook...

We besluiten in Mission Beach een dag of twee rust te nemen op een camping met alle voorzieningen: Julie, Rein en Hidde amuseren zich in het zwembad "met glijbaan!!" en op het strand en Marjolein en Geert van rust en de babbel bij de gemeenschappelijke kookplaats. Keuzes worden gemaakt: we gaan niet meer terug richting Cairns, maar pakken een paar dagen extra in Whitsunday Islands.



Zaken die wennen na zes weken reizen:

- Het gezellige gekeuvel van Julie, Rein en Hidde op de achterbank.

- Het heerlijke weer: de afgelopen weken heeft het kwik overdag steeds geschommeld tussen 25 en 35 graden. Heerlijk om elke dag je short en T-shirt aan te hebben en buiten te leven

- Het twee keer op een dag afwassen. Als je er de tijd voor hebt, heb je geen vaatwasser nodig...

- Drie dagen zonder warme douche. Haast niet voor te stellen thuis, maar hier eigenlijk geen probleem (al is de douche op dag vier wel extra lekker!)

- Elke dag de jongens om je heen. Het is heerlijk omdat het zo gewoon is.

- De vreemde geluiden 's nachts op de camping. Overal weer anders en absoluut niet te bepalen wat voor beest het nu precies is.

- Vergeten welke dag het is waardoor je ineens geen inkopen kan doen omdat het zondag is...

Zaken die niet wennen na zes weken:

- Hidde die bij het derde strand en/of de vierde waterval ineens verrukt uitroept: "Prachtig hier!"

- De onverwachte kus van Julie en Rein tijdens een wandeling of als je gewoon even rustig aan het strand zit

- De roadtrains (vrachtwagens van 35 meter) die je doodgemoedelijk met 110 km/u voorbij denderen, op een tweebaansweg.

- De weidsheid van het land. Je kan tweehonderd kilometer rijden zonder iets of iemand tegen te komen en dan te weten dat we nog in het meest bewoonde stuk van het land rijden...  Ander voorbeeldje: tussen Daintree en Mission Beach (toch al gauw een 500 km) wordt aan de kust alleen suikerriet verbouwd.






- Om zes uur gaat de zon hier onder (over de verschillende ondergangen zou ik nog uren kunnen uitweiden) en om half zeven is het pikdonker. Het timen van het avondeten is dus nogal cruciaal en het gebeurt regelmatig dat we de hoofdlampjes op moeten om de gebakken aardappeltjes van de worstjes te onderscheiden.

Cairns en Daintree NP


Hidde is al helemaal gewend aan het vliegen. Eigenlijk gaat er geen dag voorbij zonder vraag: "Papa, gaan we naar vliegtuig?" Het opstijgen vindt hij geweldig; hij kon zijn lol niet op richting Cairns...

Woensdag 12 september halen we onze camper op: een omgebouwde Vito zal ons de komende acht weken onderdak verschaffen. We nemen meteen de route naar het noorden richting Cape Tribulation en rijden al snel tussen de suikerriet velden. Ons stekje voor de komende drie nachten is Noah Beach in Daintree National park ("where the rain forest meets the reef"). Tussen zonnestralen door hebben we ook de eerste regendruppels te pakken. We staan op en heel kleine camping met 15 plaatsen en om de toon voor de rest van de vakantie alvast te zetten: met als enige faciliteit het zogenaamde "gat in de grond". Maar midden in het regenwoud op 20 meter van een hagelwit strand. De eerste nacht horen we van alles en zien letterlijk geen hand voor ogen... Even wennen.

Het verschil met de steppe van een aantal dagen geleden had niet groter kunnen zijn. Hier is alles dicht begroeid en prachtig groen, oerwoud zoals je je oerwoud voorstelt: hoge bomen, veel lianen en allerlei soorten planten die op elkaar en over elkaar heen groeien. Ertussendoor zijn mooie wandelpaden aangelegd waar we uitgebreid gebruik van maken. Ook het mangrove bos is erg indrukwekkend met z'n aparte vegetatie.









 
Volgens Rein ziet de wirwar van wortels eruit als een gevangenis en ergens heeft hij wel gelijk.
 
 
 
 
 
 
 
We spotten in het wild een Dragon en Geert pikt de staart van een varaan mee. Het vakantiegevoel krijgt opnieuw een hoogtepunt als we 's avonds na het eten nog even het strand op lopen met z'n vijven: ieder zijn zaklampje, hier en daar een kampvuurtje en een machtige sterrenhemel. Julie en Rein voorop om het spoor uit te zetten en Hidde tussen Mama en Papa in, vrolijk kletsend over wat er die dag is gebeurd. Enige minpuntje is dat de zee niet veilig is om in te zwemmen. Het ijsje van de dag maakt veel goed... Overigens ook een raar gevoel om toch een beetje van de wereld afgesloten te zijn: drie dagen geen ontvangst van mobiele telefoon, maakt eerst ietwat onrustig, maar daarna ook wel een gevoel van berusting: de wereld gaat door. Overigens hebben we de krant nog niet gemist de afgelopen weken. De wereld gaat inderdaad door...

Na drie dagen rijden we via Cairns naar het zuiden. Het is een lange dag want vanwege technische mankementen moeten we onze camper inruilen. Geen sinecure als je weet dat alles net een vast plekje had gekregen van Marjolein en de organisatie dus weer om moest. Gelukkig heeft ze ervaring... Julie en Rein waren even bang dat ze hun vaste stekkie boven de bestuurderscabine moesten opgeven, maar we kunnen ze snel geruststellen en als Hidde een nieuwe garage voor zijn autootjes heeft ontdekt, is ook hij gelukkig. Het kost wel tijd en blijkbaar ook de nodige energie want Marjolein en ik hebben een ideale camping op het oog maar als ik op een gegeven moment stop om te vragen waarom we de afslag niet kunnen vinden, blijkt de camping op een geheel andere plek te liggen als bedacht. De dichtstbijzijnde camping heeft een warme douche en is dus prima... We zijn in Yungaburra op de Tablelands net ten zuidwesten van Cairns, een hoogvlakte op zo'n 1000 meter boven de zeespiegel. Het tropisch woud is er even weelderig, maar 's avonds is het een heel stuk koeler. Voor het eerst in vijf weken zitten we met een trui aan buiten ons boekje (lees e-reader) te lezen. De nachten blijven echter even donker (nieuwe maan) en de sterrenhemels om je vingers bij af te likken. We besluiten een dagje langer te blijven, maar de camping is volgeboekt, soms moet het zijn zoals het is want nog geen tien kilometer verder vinden we een schattig klein campinkje van alle gemakken voorzien. We wandelen ruim 8 kilometer om de twee kratermeren daar (Lake Eacham en Lake Barrine), zien een schildpad in Lake Eacham zwemmen en nemen een plons in het ijskoude kratermeer; Rein en Julie (en wij) gaan 's avonds moe en voldaan naar bed!

dinsdag 11 september 2012

Nitmuluk NP en Litchfield NP; last stop in Northern Territory



Termietenheuvels in Litchfield NP
Het derde nationale park dat we aandoen op onze route door "The Top End" is Nitmiluk. Tot groot jolijt van de kinderen is er een prachtig zwembad dat meteen bij aankomst uitgeprobeerd wordt. Wij schuiven rustig aan en als de poolbar dan ook nog een koud biertje en wallaby van de barbecue biedt, zijn de plannen voor de rest van de dag snel gemaakt, Marjolein laat zich zelfs verleiden tot een plaatselijke breezer. Het nationale park staat met name bekend om zijn "Catherine gorge" een kilometerslange canyon uitgesleten in oud zandsteen dat door corrosie mooi in alle schakeringen rood is gekleurd. We maken er een boottochtje door waarbij we onze eerste "fresh water"-krokodil spotten. Daarnaast merken we dat we weer meer in de bewoonde wereld komen: lag Kakadu nog een beetje "of the beaten track", Nitmiluk ligt op de doorgaande route tussen Darwin en Alice Springs. De camping waar we een huisje hebben, is veel meer bevolkt en de boot zit vol oudjes die een leuk daguitstapje hebben. Later op de middag, het is hier erg heet, maken we nog een mooie wandeling met bovenaanzicht vanaf de klif over de rivier. Julie en Rein rennen op en af terwijl Hidde voor TomTom speelt achter in de drager.
Vrijdag 7 september rijden we door voor ons laatste stukje wildernis in The Northern Territory: Litchfield National Park. De driehonderd kilometer ernaartoe worden prima verteerd met I-pad, tafels van twee, vijf, tien en vier, die opgedreund worden, 3 maal 3 is 9, en af en toe Jan Smit maar ook Plage (Christal Fighters) en I follow rivers (Triggerfinger) die op verzoek van de achterbank door de speakers en uit de keeltjes van de kids galmen. Eenmaal aangekomen blijken we voor onze laatste camping de Australische versie van "kamperen bij de boer" geboekt te hebben. Een beetje aftands is het allemaal wel, maar het is eigenlijk heel relaxt: weinig volk, hier en daar een wegspringende wallaby, een basic tent, maar van alle noodzakelijkheden voorzien en een piepklein zwembadje waar Rein vol trots in kan zonder bandjes. Hij overwint hier zijn angst voor het drijven zonder bandjes. Hidde heeft tijd om met z'n autootjes in het zand te spelen voor de tent zonder dat we hem steeds in de gaten moeten houden en kan zo nadenken over hoe hij zindelijk gaat worden (het gaat al prima...). En na het vaste avondritueel van de Slaapklets (een aanrader voor een ieder die op vakantie gaat of gewoon ook leuk) van Julie en Rein samen met mama en de avondwandeling van Hidde met Papa over de camping, is er uitgebreid tijd om van de sterrenhemel te genieten. Omdat er nauwelijks licht is op de camping, is deze overweldigend. Als Julie dan ook nog een vallende ster zit, kan de avond niet meer stuk.
De twee volgende dagen vullen we met bezoekjes aan watervallen met poelen die luisteren naar namen als: Wangifalls, Tjaynera Falls, Sandy Creek, Florence Falls, Buley Rockhole e.d. Stuk voor stuk mooie watervallen met poeletjes om in te zwemmen. Soms moet je even lopen, soms niet, soms is het druk, soms ben je de enige maar steeds is het heerlijk om bij een temperatuur van +35 graden de verkoeling te zoeken in zo'n watertje. De meest tot de verbeelding sprekende waterval is natuurlijk Surprise Creek Falls. Deze gaf zich niet zomaar cadeau: de pittige 4*4-track van 26 kilometer werd nog relatief vlot doorstaan met medewerking van DJ Marjolein op de Ipod, maar watercrossing waarbij het water door de deuren naar binnen sijpelde, zorgde toch voor enige spannende momenten. Leermomentje van de dag voor Geert: ga niet lopen klooien met je lage gering als je midden in het water tot stilstand komt en de motor slaat af. Maar de plek doet zijn naam eer aan en is heel mooi. Rein vindt het net iets te spannend als mama van een hoge rots het water inspringt met iets te veel lawaai (wel heel stoer!), maar verder is het een heerlijk onderkomen voor de middag. Julie springt halverwege ook heel stoer een paar keer naar beneden in de plunge pool.
Op dag drie rijden we het park weer uit richting Darwin en zit ons avontuur in The top end er op. Twee intensieve weken, met veel indrukken en ervaringen, kwamen we achter toen we ons verhaal aan het terughalen waren tijdens een etentje in de chique jachthaven Cullen Bay, een groter contrast met ons campinkje in Litchfield is haast niet voor te stellen. Morgen zien we nog een stukje van Darwin voordat we op het vliegtuig richting Cairns en oostkust stappen. Vanaf daar zal het tempo iets lager liggen.

Kakadu National Park


Zondag 2 september nemen we de pittoreske route naar Jabiru, het dorpje midden in Kakadu National Park. De zestig kilometer lange Old Jim Jim road is onverhard en ondanks dat het uitzicht niet heel erg spectaculair is, brengt het - bij Geert in ieder geval - het outbackgevoel behoorlijk naar boven. Een echte watercrossing door een riviertje van 30 cm, maakt het helemaal af! Eenmaal in Jabiru  treffen we een gezellige bushbungalow aan waar we met z'n vijven een zestal vierkante meter delen. Na een welverdiende plons in het plaatselijke zwembad warmen we de pizza op, op de barbecue en maken plannen voor de komende twee dagen.

Het eerste uitstapje gaat richting Twin falls en Jim Jim falls in het hartje van het National Park. Vroeg op pad want het belooft weer warm te worden. Bij een buitentemperatuur van 35 graden op de middag hebben Julie en Rein het opmerkelijk vaak over de winter. "Als we straks weer thuis zijn is het weer winter en dan kunnen we met de slee van de berg af glijden." Dit soort conversaties komt op de achterbank dagelijks terug, samen met het ritueel dat Julie haar kinderfeestje mag geven als ze terug thuis is en welke vriendjes en vriendinnetjes ze dan uitnodigt en wat ze allemaal voor leuks heeft beleefd met de opa's en oma's en ook de naam Jelle ontbreekt zelden een dag als ook andere klasgenootjes passeren regelmatig de revue. Het is blijkbaar een manier om de gedachten aan het thuisfront te bewaren. Ondertussen genieten ze ook met volle teugen van het heden.
De tocht naar de twee watervallen is hobbelig en de rivier van zeventig centimeter die we met de auto doorwaden, is ronduit spannend, maar de wandelingen die erop volgen zijn erg mooi. Gewapend met zes liter water en met Hidde in de rugzak is het mooi klim- en klauterwerk. Julie en Rein springen van rots naar rots als twee berggeitjes en het uitzicht op de waterval is zeer de moeite waard. Vooral de diep oranje kleuren en de hoge kliffen zijn indrukwekkend. Dat er overal borden staan dat je beter niet kan zwemmen vanwege de krokodillen, lijkt een heel aantal locals en niet-locals weinig te deren. Wij slaan een beurtje over.

Dinsdagochtend is het opnieuw vroeg uit de veren want we hebben een 2 uur durende rondvaart geboekt op de Yellow River. Kakadu staat voornamelijk bekend om zijn floodplanes en billabongs waar vele vogels nestelen en de krokodillen (zoet- en zoutwaterkrokodillen) zich aan de vogels, vissen, wallabies, wilde varkens en ander eetbaars te goed doen. Tijdens het boottochtje zien we heel wat Salties (Zoutwaterkrokodillen, de grootste en gevaarlijkste) op de oevers schijnbaar roerloos liggen, maar enkele laten zien dat ze wakkerder zijn dan ze in eerste instantie lijken te zijn. Verder zien we ijsvogeltjes , ibissen, zeearenden, pelikanen, zwarthalsooievaars, en meer schoon gevleugeld volk. De kinderen hebben meer moeite om de concentratie erbij te houden, volgende keer naast de zonnebrand ook wat te snaaien meenemen...
De tweede stop van de dag kan de kids meer boeien: Nourlangie Rock, een overhangende rots waar zo'n twintig duizend jaar geleden ook al mensen verkoeling zochten tegen de verzengende hitte. We kunnen erover meepraten want we zijn tegen tweeën daar en de buitentemperatuur loopt tegen de zevenendertig graden aan (en dan te weten dat dit weliswaar het droge seizoen is, maar dat de gevoelstemperatuur hier in de komende maanden alleen maar hoger wordt vanwege de luchtvochtigheid). De rotstekeningen die ze daar achterlieten zijn prachtig. Veel mythische tekeningen, maar ook realiteit. De skeletten van vissen en wallabies maken indruk. Maar ook "modernere" afbeeldingen zoals die van een geweer, maken de tekeningen nog steeds erg actueel.

donderdag 6 september 2012

Mary River National Park


De twee dagen in de Wildermans Lodge zijn heerlijk. We laten ons verwennen met uitgebreide ontbijtjes in de ochtend en een heerlijk diner 's avonds. Daartussenin verkennen we de omgeving en pikken we heel langzaam wat routine op. De eerste dag maken we een tweetal wandelingen vanuit de lodge eerst 's ochtends vroeg met een man op wiens grondgebied we te gast zijn. Zijn tribe leeft hier al enige honderden jaren. Hij leert ons wat over de inheemse planten en gewoonten. Later in de ochtend gaan we zelf op pad: genoeg water mee en voor het eerst deze vakantie de wandelschoenen uit het vet. De wandeling zelf stelt niet heel veel voor maar de benen een keer uitgebreid strekken doet iedereen deugd. Het zwembad is een welgekomen verkoeling achteraf.


De georganiseerde avondtrip naar een uitzichtpunt over de moerassen van het gebied met een prachtige zonsondergang is zeer de moeite waard. Julie en Rein lopen met verrekijkers om hun nek, Hidde snoept van meegebrachte borrelhapjes en Marjolein en Geert zien de zon zakken met het gehuil van een aantal dingo's op de achtergrond. De volle maan maakt het af.

 
De volgende dag rijden we een stuk dieper het park in om daar bij een riviertje het wildlife te aanschouwen. We hebben geluk: op een paar meter afstand zien we een grote Saltie met een vis in zijn bek en kunnen we een Jabiru (zwartgenekte ooievaar) op aanraakafstand fotograferen, ook de eerste emoe kon worden bijgeschreven. Een aantal stoere heren met vishengels lijkt de aanwezigheid van een aantal krokodillen (we tellen er twee en hebben geleerd dat er voor elke zichtbare ook nog twee krokodillen in de buurt onderwater zwemmen...)niet te deren en proberen een Baramundi aan de haak te slaan.

Eenmaal thuis gaan Julie en Rein aan de slag met hun schoolwerk. We hebben er nog niet helemaal de vaste regelmaat voor, maar Julie is al redelijk aan de slag met haar werkjes. Ze heeft er plezier in en vandaag mag ik de tafel van 2 en 5 met haar herhalen. Niet haar favoriete bezigheid en zeker als Rein op een gegeven moment klaar is en weer het zwembad in mag, kost het veel moeite om de concentratie erbij te houden. Het vooruitzicht van een glaasje Cola werkt wonderwel...

 
Tegen vijven worden we aangesproken door een ranger: of we last van astma hebben want "It's going to be pretty smockey tonight!" Al snel blijkt dat ze het gras in de buurt gaan afbranden vanavond. We begrepen gisteren al dat de buurman (heeft z'n huis een veertig kilometer verderop staan) zijn grasland aan het afbranden was. Dat doen ze een keer in het jaar om het overtollige gras te verwerken zodat er na het regenseizoen weer vers gras kan groeien. We konden de gloed ervan gisteravond zien. Nu willen ze uit veiligheidsoverwegingen het gras rondom de lodge ook afbranden. Met een soort van vlammenwerper wordt de rand van het bos in brand gestoken en de wind en het vuur doen de rest. Het zorgt voor een uniek spektakel. Rein vergaapt zich aan het vuur, Julie is er minder enthousiast over en vraagt zich af waarom we buiten willen zitten terwijl we binnen ook op de I-pad en filmpje kunnen kijken. Tot diep in de nacht horen we het geknetter van droog bossage dat in vlammen opgaat.

laatste avond Bali - Eerste kennismaking Darwin


De laatste momenten op Bali zijn mooi: na nog een dag of twee strand en zwembad ronden we af met een ritje langs de aapjes en de prachtige rijstvelden van Tanah Lot. Made rijdt ons rond, Julie en Rein zitten rustig achterin met koptelefoontjes op en Hidde ligt prinsheerlijk in de armen van zijn moeder!









De afronding is een lekker etentje op het strand van: Jimbaran. Marjolein en Geert genieten van een lekkere visschotel bij het ondergaan van de zon terwijl Julie en Hidde een strandkasteel maken en Rein "socialised" met de plaatselijke jeugd. We klinken op wat geweest is en op wat gaat komen! Een waardige afsluiting.














Om elf uur 's avonds stipt vertrekt onze Starjet richting het zuiden voor het tweede luik van onze reis. Om kwart voor drie landen we in Darwin en na een grondige check-in (gelukkig hebben we de Luwakkoffie in Bali gelaten voor wat ze was) mogen we de komende drie maanden Australie verkennen. Tegen half vijf stranden we met drie kinderen in diepe slaap in ons appartement in Darwin.
De volgende ochtend zijn we weer bij onze positieven en gaan kort op verkenningstocht door Cullen Bay, de wat chiquere jachthaven van Darwin. De temperatuur is aangenaam en het is fijn om weer zelf op pad te kunnen. In Bali waren we toch een beetje afhankelijk van onze "staff" om buiten de deur te komen. We besluiten de dag een beetje te laten komen zoals hij komt en nemen een uitgebreide duik in het zwembad. Over twee weken zijn we hier tenslotte nog een keer 24 uur en wellicht iets meer uitgerust voor een sightseeing van de rest van Darwin.

Op donderdag 30 augustus begint ons Down Underavontuur echt, als we tot groot jolijt van Hidde een echte Jeep onder onze kont krijgen. Voor de meelezende heren: Landcruiser met een dikke V8 in het vooronder met een trekkracht waar je u tegen zegt: weg in z'n twee en dan meteen door naar z'n vijf zonder een hort of stootje, een waar genoegen en ruim voldoende power om ons de komende twee weken te brengen waar we willen zijn. De koelkast neemt zoveel ruimte in achterin dat we onze koffers bovenop het dak moeten sjorren, maar even later kunnen we onderweg.

Eerste doel is Wildermans lodge in Mary River National park. Onderweg stoppen we bij Adelaide River voor een groots schouwspel: de "jumping crocodile cruise". Het biedt precies wat het zegt te zijn: zoutwaterkrokodillen die een heerlijke lambchop voorgeschoteld krijgen en daarvoor niet te beroerd zijn om een stuk uit het water te springen. Als je weet dat ze met zo'n hondervijftig op een dikke twee kilometer rivier wonen en je weet dat ze stuk voor stuk een vier tot vijf meter lang zijn en je ziet daarbij ons bootje dan is de vraag gerechtvaardigd of het allemaal wel kan. Julie en Rein wordt heel duidelijk gesommeerd om de handen binnen boord te houden, iets waar zij een heel stuk beter naar luisteren dan de Japanner achterin. De gids is duidelijk in zijn uitleg en het is zeer imposant om zo'n beest van een vijftal meter vlak langs de boot te zien glijden. Redelijk uit het niets springen ze omhoog naar een stukje vlees. Met name Rein zit met grote ogen te kijken.
Weer veilig aan wal rijden we door naar de lodge. Het Australië zoals we het ons hadden voorgesteld, begint hier meteen: lange wegen met weinig tot geen verkeer en als we de hoofdweg afdraaien richting lodge ligt er nog zo'n vijftig kilometer voor ons waarvan de helft onverhard.  Eigenlijk wisten we niet heel goed wat ons te wachten stond hier in de out-back. Het overtreft onze verwachtingen: een luxe tentenkamp. Zwembadje erbij en walibies die voor onze tent langs huppelen. Als 's avonds en de zonsondergang in het zwembad adembenemend blijkt te zijn en het eten voortreffelijk, voelen we ons de koning te rijk. Het leven wordt goed de komende dagen!