21 oktober rijden we een prachtige tocht. Eerst slingeren we
bij Thredbo over de pas met de illustere naam: Dead horse gap. Haarspeld na haarspeld stijgen we eerst naar 1800
om daarna weer af te zakken naar 800. Met ons vehikel halen we net een
gemiddelde van 35 kilometer per uur. Het geeft ons wel de kans om uitgebreid
van de uitzichten en het wildlife te genieten. Op een gegeven moment zien we
een hele kudde kangaroes bij elkaar, grazend, op het gemak in de zon liggend,
vergezeld door een familie emoes. Zelfs Julie en Rein laten er hun I-pod even
voor liggen. Beneden draaien we de Murray Valley Highway op die meandert door heuvelachtig
landschap waar voornamelijk Angus koeien aan het grazen zijn. Bij de
boerderijen die we passeren, merk je echt dat het hier lente is: de jacaranda
staat gezusterlijk naast de forsythia in bloei. Kers op de taart is een gratis
camping halverwege de dag met prachtig uitzicht op een riviertje op de
voorgrond en daarachter wat glooiende heuvels. Al snel knettert er een
kampvuurtje. Later op de avond, als we nakeuvelen, maakt de eerste wombat ook
nog zijn opwachting. De dag is rond...
De volgende ochtend op tijd op pad met als voornemen in de
buurt van Mount Buffalo kwartier te maken en een paar dagen te gaan wandelen.
Geheel volgens plan komen we tegen elven op de camping aan die op twee andere
tenten na uitgestorven is. Er blijkt echter van daaruit maar weinig te
wandelen. Snel plannen bijstellen en terwijl Rein en Hidde een nat pak halen in
het plaatselijke riviertje, maar zich opperbest vermaken en Julie ijverig aan
een werkje werkt, genieten we van een extra dagje rust. De poging in de
namiddag om nog even de benen te strekken, mag geen naam hebben en om vier uur
zitten we gezellig om ons kampvuurtje. Het was een mooie dag!
We kunnen Mount Buffalo echter niet zomaar aan ons voorbij
laten gaan, daarvoor zijn de boekjes
te lovend. In het dorpje verderop vinden we wel de nodige informatie en we
maken net onder de top een fikse tocht. Julie en Rein voorop goed gecoacht door
Marjolein, want de paadjes zijn smal en de hellingen stijl. De vergezichten
zijn inderdaad prachtig met als hoogtepunten een ondergrondse rivier, lake
catani en een monoliet vanwaar we mijlenver om ons heen kunnen kijken. De
plaatselijke camping gaat pas volgende week open dus eenmaal terug moeten we
nog even de auto in, om uiteindelijk in Mount Beauty, in het midden van de
Australische Alpen, een plekje te vinden op de camping.
24 oktober gaat ons nomadenbestaan verder. In de ochtend
wandelen we in Mount Beauty en dan trekken we de hoogte weer in. Een prachtige
tocht over de Alpine Highway -onze eigenlijk beoogde route is nog afgesloten- brengt
ons boven de boomgrens naar het grootste skigebied van Australie: Hotham
Heights. Maar een uitgestorven skigebied is ook maar een uitgestorven skigebied: weinig
tot niks te beleven. De camping een twintigtal kilometer verderop is er dan
weer een uit duizenden: aan een riviertje, met uitzicht op de bergen, met
kampvuurgelegenheid én met ons als enige gasten. Het feit dat het dan ook nog
eens gratis is valt eigenlijk bijna in het niets. De jongens rennen de auto uit
om hun nieuwe tijdverdrijf uit te oefenen in het snelstromend riviertje: een
botenrace (je gooit elk een takje in het water en kijkt wie er het verst komt
zonder vast te komen). Marjolein en Geert steken het kampvuurtje aan en de
worstjes smaken een uurtje later heerlijk.
Je hebt elke vakantie wel ergens een dag die je kan typeren als een overgangsetappe in de Tour de France (een gewaagde vergelijking, ik weet het, Armstrong was zelfs op het lokale nieuws hier). Van die dagen die op zichzelf weinig tot niks te bieden hebben, maar die wel noodzakelijk zijn om van het ene moois naar het andere te rijden. Vandaag is er een. Dik 400 km uit de Alpen naar de zee. Het enige spannende waren de vele motorrijders die ons passeerden richting Phillip Island waar dit weekend de MotoGP van Australië verreden wordt en onze gammele camper die weer een van zijn pluimen laat: halverwege de dag schrikken we ons een hoedje als de klep van de gastank door een windvlaag gegrepen wordt en loskleppert. Ducktape is ook hier verkrijgbaar en onder het mom: over twee weken moeten we de zaken toch inleveren, tapen we alles wat los zit vast en hopen we op het beste. Eindstation Wilsons Promontory National Park verwelkomt ons met regen en erg veel wind. Laten we hopen dat het beter wordt de komende dagen.